Thierry Henry heeft in een Engelse podcast onthuld jarenlang met een depressie te hebben gekampt. “Ik heb heel lang gelogen, omdat de samenleving niet klaar was om mijn verhaal te horen”, zei de voormalige Franse topaanvaller in de podcast The Diary of a CEO.
De depressie achtervolgde hem zijn hele carrière, zonder dat hij daar zich daar zelf bewust van was. “Tijdens mijn hele carrière moet ik depressief zijn geweest”, gaf hij aan. “Ik wist het niet en heb er ook niets aan gedaan. Ik heb me aangepast. In het leven moet je een voet voor een andere voet zetten, en vervolgens lopen. Je moet verder. Dat is mij verteld als kind. En ik ben nooit gestopt met lopen.” De topschutter aller tijden van Arsenal stopte met voetballen in 2014.
‘Ik moest bijna elke dag huilen’
Later tijdens de coronacrisis kwam de klap van de depressie. “Toen kon ik opeens niet meer verder”, legt Henry uit. In Canada zat hij tijdens de coronacrisis alleen. “Plots moest ik bijna elke dag huilen. Ik weet niet waarom, misschien zaten de tranen er al heel lang. Het was mijn jongere ik, die vroeg om goedkeuring, maar die niet kreeg.”
‘Mijn vader hielp mij als atleet, maar niet als mens’
Henry koppelt de mentale kwetsbaarheid aan zijn jeugd waarin hij voortdurend zocht naar goedkeuring van zijn vader. “Ik kreeg vaak te horen dat ik het niet goed had gedaan. Dat bleef hangen. Ik scoorde als tiener eens alle 6 de goals in een 6-0-overwinning, maar mijn vader was achteraf niet tevreden. Hij begon over een foute aanname en een verkeerde voorzet. Zijn instelling hielp me als atleet tot op een zekere hoogte, maar als mens niet.”
